Bernie´s Badges
Bernie Woollands beschrijft hoe hij een enthousiast verzamelaar werd van Koi Pins.
Het is niet ongebruikelijk voor Koi-houders om spulletjes te verzamelen die met Koi te maken hebben. Sinds lange tijd bevat het tijdschrift RINKO een rubriek met de naam “Koi-sieraden” Hierin werd de aandacht gericht op Koi in de kunst. Ik meen dat de huidige badge ontwerpen een gelijkwaardige plaats verdienen in onze Koi folklore want het wordt over de gehele wereld beoefend en het werk van de ene is vaak een inspiratiebron voor de andere. Ik ben niet bewust badges (of pins zoals de Amerikanen zeggen) gaan verzamelen, het ging vanzelf. Toen ik mijn eerste landelijke show meemaakte in 1987 kocht ik de huidige B.K.K.S. badge en later in 1998 kreeg ik mijn sectie pin (South East). Gedurende een paar jaar was ik tevreden met het dragen van alleen deze twee tekenen van trouw en dat bleef zo tot de B.K.K.S. twee nieuwe badges introduceerde: de Kohaku en de 20th Century Badge. Op dit moment werd het telkens opspelden van de vier badges zo´n gedoe dat ik de badges verplaatste naar mijn hoed. At hield ik zo een poosje en toen waren er twee gebeurtenissen die mij tot een verzamelaar van Koi badges maakten.
De eerste gebeurtenis was de aankomst van Stan Ramson van de Ventura Country Koi Club uit Californie. Deze sectie was de zustersectie van de mijne en toen Stan op bezoek kam in het Verenigd Koninkrijk toonde hij mij een aantal Amerikaanse pins. Ik geloof dat ik er drie kreeg die ik allemaal op mijn hoed speldde.
De tweede gebeurtenis vond plaats tijdens de landelijke show van 1990, toen Glyn Bowman van de Norwich Sectie mijn hoed zag en mij pestte omdat ik geen Norwich had en mij er prompt een gaf. Vanaf dat moment ben ik ene verzamelaar en sindsdien ben ik erin geslaagd een behoorlijke collectie bijeen te krijgen (58 toen ik de laatste keer telde) door badges te kopen op shows van de sectie, maar vooral door ze te ruilen met andere verzamelaar uit het hele land. Adam avis (van East End) en Pete Iredale (East Pennie) waren mijn grootste bron van toevoer. In de korte tijd dat ik verzamel heb ik een verbetering in de kwaliteit van de badges bemerkt, vooral in het productieproces. Een blik op de twee B.K.K.S. badges, de originele en die van het 25 jarig jubileum maken duidelijk wat ik bedoel. De sectie badges interesseren mij het meest. Veel werk en denkwerk zit in het ontwerpen waarbij de meesten proberen een Koi te gebruiken maar ook een lokaal trekje om de club te identificeren. Daarbij zijn de Londense Big Ben, de Mid Somerset´s Apple en de North East Davy Lamp de beste voorbeelden, terwijl Crouch Valley hun eigen “Groucho” ontwikkeld hebben dat zij tot leven hebben gebracht op een mooie badge. Verschillende secties zijn nu reeds toe aan hun tweede badge, de Pennines, Crouch Valley en de Merseyside om er een paar te noemen. De Essex sectie heeft er ook twee maar je moet wel hele goed kunnen kijken om de verschillen te zien. Het is de kwaliteit en de vorm.
De Amerikanen, altijd vernieuwend, hebben een groot aantal thema badges geproduceerd. De Ventura country heeft een serie badges uitgebracht, waarbij de eerste serie in 1985 bestond uit de afbeeldingen van dertien showvariëteiten. De Mid Atlantic Koi Club vereeuwigde de Grand Champion van voorgaande jaren op hun show badges. België en Nederland hebben nu ook hun badges, net als Japan, hoewel ik nog geen enkele van deze badges in mijn bezit heb kunnen krijgen. Terwijl veel landen en clubs ernaar streven om de beste vis van de variëteit af te beelden, ben ik van mening dat de B.K.K.S. nog steeds wint met de Kohaku dat het patroon van het Verenigd Koninkrijk draagt, maar ik ben waarschijnlijk bevooroordeeld.
Nu in het vierde jaar heeft de B.K.K.S. de nieuwste showbadge: de Utsuri, die gratis bij elk showmagazine gegeven wordt. Deze badge is, net als alle andere badges die ook verkrijgbaar zijn op de B.K.K.S. stand, een goed begin voor ene collectie. De nationale show badge is ene van mijn favorieten omdat het ontwerp elementen bevat die ik beschouw als bijdragen aan een goede badge, een thema (een hele serie variëteiten), de B.K.K.S. Kohaku en een stempel waaruit de verfkwaliteit blijkt. Zoals veel leden van de South East sectie heb ik vele affiniteit met de Nationale Show Badge, aangezien de badge ontworpen is door een van onze leden die vermoedelijk geïnspireerd is door onze zusterclub Ventura County.
Ook Australiërs hebben gekozen voor de Kohaku voor hun 20ste show, een Sanke voor hun 21ste en de nationale vlag voor de 22ste show. Op de badge van de 23ste zal de Bekko prijken.
Tegenwoordig is mijn badgecollectie te vinden in vijf kleine displays (aangepaste fotolijstjes) en versieren de muren van mijn studeerkamer. Vijftig en nog wat badges werden ene te grote last voor mijn hoed, maar ook al draag ik er niet veel, ik heb altijd een zak vol dubbele voor het geval ik ene badge zie die ik nog niet heb. Soms moet ik al mijn overredingskracht gebruiken om iemand te ontdoen van zijn badge maar aan de andere kant ben ik ook vaak verrast als mensen mij ene badge geven die zij de hele winter hebben bewaard omdat zij mijn passie kenden.
De meeste badges in mijn collectie roepen herinneringen op waardoor het iets persoonlijks wordt. Het is de herinnering die het gemakkelijk maakt een antwoord te geven op de veel gestelde vraag: Welke is je favoriet? Het is de Koi-loze East Pennine, dat de hobby weergeeft zonder Koi te gebruiken en die mij ook nog eens herinnert aan twee fantastische bezoeken aan de vijvers van de sectie en de vele vrienden die ik op die manier heb gemaakt
Bron: Koi96 van de BKKS